Nu heb ik toch een mooie date!
mail ik mijn vriendinnen.
De foto’s zijn leuk! Hij is heel grappig en bescheiden. En zijn stem klinkt prettig. De lange mails zijn boeiend. Nog niet eerder was ik zo gespannen en opgewonden om iemand te ontmoeten. Als dit toch eens klikt? We spreken af op een terrasje.
Net als bij mij is zijn loopbaan spiraalvormig verlopen. Ze zijn beide interessant. De zijne heeft hem meer financieel gewin opgeleverd. De mijne vooral diepe voldoening.
‘Ik wil een vrouw graag verwennen’,
kondigt hij aan.
‘Zij is de prinses. Zij heeft de regie.’
Zou dat waar zijn? Zou dat zelfs wel ideaal zijn?
protesteren kleine pruttelstemmetjes in mijn hoofd in een vals veelstemmig koor. Ik heb helemaal geen zin naar ze te luisteren.
‘Na mijn pensioen straks wil ik veel tijd doorbrengen op mijn landgoed in
Italië’,
vertelt hij.
‘Daar hoort 30 ha grond bij. Ik wil veel dieren gaan houden.’
Laat ik Italiaans nu een heerlijke taal vinden. En dieren? Dat lijkt me ook wel wat.
‘Ik zou mijn netwerk en mijn wortels hier niet willen opgeven’,
pieker ik hardop. ‘Mocht het ooit zover komen tussen ons.’
‘Dat hoeft ook niet’, stelt hij mij gerust.
‘Je houdt je huis aan en gaat zo vaak terug als je wilt. Ik houd mijn huis in Nederland ook aan. Jij bepaalt hoe lang je steeds blijft. Jij bent de prinses. Jij houdt de regie. Dat zeg ik toch?’
We brengen een lange vrolijke middag in elkaars gezelschap door, tasten elkaar ondertussen af, testen elkaar.
Steeds is er dat refrein.
Jij bent de prinses. Jij hebt de regie.
‘Er is een groot verschil in rijkdom tussen ons. Voor mij betekent dat dat er veel vertrouwen en liefde dient te zijn voor ik veel zou durven ontvangen’.
‘Dat begrijp ik. Neem je tijd. De regie is aan jou’.
Onverstoorbaar herhaalt hij dat refrein.
We lopen tenslotte naar onze auto’s op de parkeerplaats.
‘Kom je nog even in mijn auto zitten?’,
vraagt hij.
‘Dan kunnen we zonder toehoorders praten.’
Dat wil ik wel. Als snel beginnen we te zoenen. En ook dat is heerlijk.
Dan grijpt hij onder mijn rok.
‘Niet hier’,
zeg ik. Ik pak zijn hand.
‘En niet de eerste keer’.
Hij probeert het opnieuw, dwingender.
‘Stop’, roep ik. ‘Niet hier, niet nu’.
Hij gooit de deur open.
‘Stap dan maar uit, trut’.
Hij kijkt mij woedend aan. Wat een andere man zie ik opeens voor mij. Zodra ik ben uitgestapt, rijdt hij weg.
Onthutst staar ik zijn Jaguar na. Regie? Wat nou regie?
Te mooi om waar te zijn, prinses, zingen de pruttelstemmetjes in mijn hoofd, meerstemmig en heel heel harmonieus